Meranoplus is een geslacht van mieren uit de onderfamilie van de Myrmicinae. De wetenschappelijke naam van het geslacht is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1853 door Frederick Smith.[1]
Dit geslacht is verspreid over het Afrotropisch, Oriëntaals en Australaziatisch gebied. In Australië komen de meeste soorten voor. Er zijn meer dan tachtig Meranoplus-soorten beschreven, maar Alan N. Andersen schat dat in Australië alleen ongeveer 400 soorten moeten voorkomen.[2]
De soorten maken overwegend nesten in de bodem en fourageren ook op de bodem. De meeste soorten zijn omnivoor; een aantal soorten zijn uitsluitend granivoor met een dieet van plantenzaden. Ze bewegen vrij traag en wanneer sommige soorten verstoord worden doen ze alsof ze dood zijn: ze trekken hun voelsprieten en poten in en blijven roerloos liggen.
Meranoplus is een geslacht van mieren uit de onderfamilie van de Myrmicinae. De wetenschappelijke naam van het geslacht is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1853 door Frederick Smith.
Dit geslacht is verspreid over het Afrotropisch, Oriëntaals en Australaziatisch gebied. In Australië komen de meeste soorten voor. Er zijn meer dan tachtig Meranoplus-soorten beschreven, maar Alan N. Andersen schat dat in Australië alleen ongeveer 400 soorten moeten voorkomen.
De soorten maken overwegend nesten in de bodem en fourageren ook op de bodem. De meeste soorten zijn omnivoor; een aantal soorten zijn uitsluitend granivoor met een dieet van plantenzaden. Ze bewegen vrij traag en wanneer sommige soorten verstoord worden doen ze alsof ze dood zijn: ze trekken hun voelsprieten en poten in en blijven roerloos liggen.