De Nieuw-Zeelandse stern (Chlidonias albostriatus synoniem: Sterna albostriata) is een vogel uit de familie van de meeuwen (Laridae) en de geslachtengroep sterns (Sternini). Het is een bedreigde, endemische vogelsoort in Nieuw-Zeeland. De vogel werd vroeger tot het geslacht Sterna gerekend, maar uit DNA-onderzoek gepubliceerd in 2005 bleek meer verwantschap met de moerassterns.[2]
De vogel is 29 cm lang. Het is een kleine, lichtgrijze moerasstern met een korte gevorkte staart en een witte borst, buik en stuit. De poten en snavel zijn helder oranje. In de broedtijd is de kopkap zwart en reikt tot aan de snavel, buiten de broedtijd zijn er alleen donkere vlekken op de kruin boven het oog.[1]
Deze soort is endemisch in Nieuw-Zeeland. De vogel broedt in het binnenland langs rivieren op het Zuidereiland. Het nest bestaat uit een kuiltje in het grind. Dit in tegenstelling tot andere moerassterns die nesten van plantenmateriaal op drijvende waterplanten maken. In de (zuidelijke) winter trekken de vogels naar de kust en verblijven in riviermondingen of foerageren tot 10 kilometer ver op zee.[1]
De grootte van de populatie werd in 2016 door BirdLife International geschat op 2,5 tot 10 duizend individuen en de populatie-aantallen nemen af door de introductie van invasieve predatoren zoals de hermelijn en habitatverlies. Het leefgebied wordt aangetast door de aanleg van dammen, recreatievoorzieningen en overbegrazing. Om deze redenen staat deze soort als bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.[1]
Bronnen, noten en/of referentiesDe Nieuw-Zeelandse stern (Chlidonias albostriatus synoniem: Sterna albostriata) is een vogel uit de familie van de meeuwen (Laridae) en de geslachtengroep sterns (Sternini). Het is een bedreigde, endemische vogelsoort in Nieuw-Zeeland. De vogel werd vroeger tot het geslacht Sterna gerekend, maar uit DNA-onderzoek gepubliceerd in 2005 bleek meer verwantschap met de moerassterns.