De huiszebraspin (Salticus scenicus), ook wel zebraspringspin of harlekijntje genoemd, komt voor in het Holarctisch gebied, inclusief België[2] en Nederland,[3][4] en kan op zonnige dagen op vrijwel iedere buitenmuur worden aangetroffen, zelfs in de winter. Bij bedekt weer houden ze zich meer schuil in spleten. Het is een goede springer die van enige centimeters zijn prooi bespringt.
Dit spinnetje van 5–7 mm groot jaagt op zicht. Hij heeft vier paar ogen, vooral de voor-middenogen zijn sterk ontwikkeld. De spin kan binoculair zien en zo afstand schatten en vormen en kleuren waarnemen. Hij is in staat om in de volle zon te jagen. De ogen zijn gebouwd als een telelens en hebben een beweeglijke retina zodat de gezichtshoek kan veranderen zonder dat ze bewegen. Er is geen andere spin die daartoe in staat is.
De mannetjes hebben sterk vergrote gifkaken die een rol spelen bij de balts.
Zebraspinnen maken geen web maar zekeren zich tijdens de jacht met een gesponnen draad waar ze aan blijven hangen als ze vallen.
De huiszebraspin (Salticus scenicus), ook wel zebraspringspin of harlekijntje genoemd, komt voor in het Holarctisch gebied, inclusief België en Nederland, en kan op zonnige dagen op vrijwel iedere buitenmuur worden aangetroffen, zelfs in de winter. Bij bedekt weer houden ze zich meer schuil in spleten. Het is een goede springer die van enige centimeters zijn prooi bespringt.
Dit spinnetje van 5–7 mm groot jaagt op zicht. Hij heeft vier paar ogen, vooral de voor-middenogen zijn sterk ontwikkeld. De spin kan binoculair zien en zo afstand schatten en vormen en kleuren waarnemen. Hij is in staat om in de volle zon te jagen. De ogen zijn gebouwd als een telelens en hebben een beweeglijke retina zodat de gezichtshoek kan veranderen zonder dat ze bewegen. Er is geen andere spin die daartoe in staat is.
De mannetjes hebben sterk vergrote gifkaken die een rol spelen bij de balts.
Zebraspinnen maken geen web maar zekeren zich tijdens de jacht met een gesponnen draad waar ze aan blijven hangen als ze vallen.