De tranende franjehoed (Lacrymaria lacrymabunda, synoniemen: Psathyrella lacrymabunda, Psathyrella velutina en Lacrymaria velutina) is een paddenstoel uit de familie Psathyrellaceae. Het is een eetbare soort die vrij algemeen voorkomt in Nederland.
De hoed heeft een doorsnede van 4-6 cm en is klokvormig of half bolvormig. De kleur is geelachtig bruin of iets donkerder. De hoed is vezelig en is voorzien van velum aan de rand.
De steel is 6-7 cm hoog en 5-8 mm dik. Het heeft dezelfde (of een iets lichtere) kleur als de hoed. De steel kan vezelig of schubbig zijn. Het is witachtig en is voorzien van bruine banden.
De lamellen zijn bijna zwart en vaak gevlekt. De randen zijn wit, waaraan bij vochtig weer waterdruppels blijven hangen. Aan deze eigenschap dankt de tranende franjehoed zijn naam. De sporen zijn bijna zwart.
De tranende franjehoed komt vooral voor in bossen, tuinen, parken, langs wegen en op andere grazige plekken.
De tranende franjehoed (Lacrymaria lacrymabunda, synoniemen: Psathyrella lacrymabunda, Psathyrella velutina en Lacrymaria velutina) is een paddenstoel uit de familie Psathyrellaceae. Het is een eetbare soort die vrij algemeen voorkomt in Nederland.