Pulmonaria filarszkyana is een longkruid uit de familie der ruwbladigen (Boraginaceae) en komt van nature voor in het noordoosten van de Karpaten.[1] De soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Sándor Jávorka in 1916.[2]
Pulomaria filarszkyana groeit tot een hoogte tussen de 30 en 60 cm. De bladeren zijn ovaal tot ovaal-lancetvormig en hebben een lengte van 4,5 tot 26,5 cm en een breedte van 1,5 tot 6,2 cm. Het bladeinde is geleidelijk toegespitst. De kroonbladeren zijn rozerood en gelobd en hebben een lengte van 13 tot 17 mm. Bloeit in juni en juli.[3]
De soort komt voor in het noordoosten van de Karpaten in Oekraïne en het noorden van Roemenië en is gewoonlijk op een hoogte tussen de 1.000 en 1.400 meter te vinden. Groeit op een vochtige tot natte, zure bodem in fijnsparrenbossen (Picea abies) of fijnsparrenbossen gemengd met beuken (Fagus sylvaticus).[1]
Wordt soms ook als ondersoort van de verwante Pulmonaria rubra beschouwd.[3] Onderzoek door Şuteu, Popescu & Popescu (2007) toonde echter wel aan dat de twee qua genetische structuur verschillen.[1]
Bronnen, noten en/of referentiesPulmonaria filarszkyana is een longkruid uit de familie der ruwbladigen (Boraginaceae) en komt van nature voor in het noordoosten van de Karpaten. De soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Sándor Jávorka in 1916.
Miodunka węgierska (Pulmonaria filarszkyana Jáv.) – gatunek roślin z rodziny ogórecznikowatych (Boraginaceae). Występuje naturalnie na Węgrzech, w Rumunii, Mołdawii oraz na Ukrainie[3][4].
Najlepiej rośnie na wilgotnym, żyznym i dobrze przepuszczalnym podłożu. Preferuje stanowiska w półcieniu[5].
Miodunka węgierska (Pulmonaria filarszkyana Jáv.) – gatunek roślin z rodziny ogórecznikowatych (Boraginaceae). Występuje naturalnie na Węgrzech, w Rumunii, Mołdawii oraz na Ukrainie.
