De montpelieresdoorn (Acer monspessulanum) is een boom uit de zeepboomfamilie (Sapindaceae). De kleine boom groeit in droge, heuvel- of rotsachtige streken in Zuid-Europa en West-Azië. Soms wordt de soort als sierboom aangeplant in parken en tuinen. De hoogte is circa 15 m.
De kroon is dicht en breed koepelvormig. De schors is donkergrijs tot zwart en is voorzien van verticale groeven. De boom heeft gladde, slanke, bleekbruine twijgen. De knoppen zijn circa 3 mm groot, eivormig en donker oranjebruin.
De montpelieresdoorn heeft harde, leerachtige bladeren van circa 4 x 8 cm groot. Er zijn drie ronde, gaafrandige lobben. De bladsteel is oranje-roze en circa 4 cm lang. Het blad is aanvankelijk heldergroen, maar wordt later donkergroen aan de bovenzijde en grijsblauw aan de onderzijde.
De bloemen staan in kleine, gele pluimen die eerst rechtop staan, maar later gaan hangen.
De vruchten zijn klein en hebben vlezige vleugels van ongeveer 1 cm lang. Ze zijn groen en vaak iets roze aangelopen. De vruchten zitten aan steeltjes van 4 cm lang.
De montpelieresdoorn (Acer monspessulanum) is een boom uit de zeepboomfamilie (Sapindaceae). De kleine boom groeit in droge, heuvel- of rotsachtige streken in Zuid-Europa en West-Azië. Soms wordt de soort als sierboom aangeplant in parken en tuinen. De hoogte is circa 15 m.