Matteuccia is een geslacht van varens uit de bolletjesvarenfamilie (Onocleaceae) . Het geslacht bestaat uit twee (of drie) soorten.
Het zijn varens van gematigde streken. De struisvaren (Matteuccia struthiopteris) komt ook in België en Nederland in het wild voor.
De botanische naam Matteuccia is een eerbetoon aan de Italiaanse bioloog Carlo Matteucci (1800-1868).
Matteuccia-soorten hebben allen een korte, dikke en rechtstaande wortelstok. Fertiele en steriele bladen zijn grondig verschillend. De steriele bladen staan in een dichte, trechtervormige bundel bij elkaar. De fertiele bladen verschijnen later midden tussen de steriele en zijn kleiner en smaller en ze hebben sterk ingerold bladslipjes die de onrijpe sporenhoopjes bedekken.
De fertiele bladen zijn winterhard en laten de sporen pas vrij in de volgende lente.
Matteuccia-soorten zijn varens uit gematigde streken van het noordelijk halfrond, van Noord-Amerika over Noord-, Midden- en Oost-Europa tot in Noord-Azië.
Er zijn twee of drie soorten, waarvan enkel de struisvaren ook in België en Nederland in de natuur voorkomt:
Matteuccia is een geslacht van varens uit de bolletjesvarenfamilie (Onocleaceae) . Het geslacht bestaat uit twee (of drie) soorten.
Het zijn varens van gematigde streken. De struisvaren (Matteuccia struthiopteris) komt ook in België en Nederland in het wild voor.