De kapucijnapen, doodshoofdaapjes en klauwaapjes (Cebidae) zijn een familie van de orde primaten (Primates). Tot deze Zuid-Amerikaanse familie behoren de kapucijnapen, de doodshoofdaapjes, de klauwaapjes en mogelijk ook de nachtaapjes.
Het zijn vrij kleine soorten. De Cebidae verschillen in grootte van het dwergzijdeaapje (Cebuella pygmaea), dat 17,5 tot 19 centimeter lang en 120 tot 190 gram zwaar wordt, tot de bruine kapucijnaap (Cebus apella), die 32 tot 56,5 centimeter lang en 1,9 tot 4,8 kilogram zwaar wordt.
Ze eten voornamelijk vruchten en insecten. Ze leven voornamelijk in groepjes in bomen.
Cebidae leven voornamelijk in de regenwouden van Midden- en Zuid-Amerika, alhoewel sommige soorten zich ook in drogere bossen wagen.
Voorheen werden de slingerapen, brulapen, oeakari's en alle andere Zuid-Amerikaanse apen tot de Cebidae gerekend, terwijl de klauwaapjes een eigen familie hadden, de Callitrichidae. Genetisch onderzoek wees echter uit dat de kapucijnaapjes en doodshoofdaapjes nauwer verwant zijn aan de klauwaapjes, waardoor deze dieren in één familie werden geplaatst. De overige Zuid-Amerikaanse apen worden in één of twee andere families geplaatst. De positie van de nachtaapjes is vooralsnog onduidelijk, maar waarschijnlijk zijn het primitieve verwanten van de Cebidae.
De kapucijnapen, doodshoofdaapjes en klauwaapjes (Cebidae) zijn een familie van de orde primaten (Primates). Tot deze Zuid-Amerikaanse familie behoren de kapucijnapen, de doodshoofdaapjes, de klauwaapjes en mogelijk ook de nachtaapjes.