Cotinus is een geslacht uit de pruikenboomfamilie (Anacardiaceae). Het geslacht is nauw verwant aan het geslacht sumak (Rhus).
Het zijn grote, bladverliezende struiken of kleine bomen,die van nature voorkomen in de gematigde gebieden van het noordelijk halfrond. De verspreid staande bladeren hebben een ovale vorm van 3-13 cm lang.
De bloemen staan gegroepeerd in grote, open, eindstandige, 15-30 cm lange pluimen. De pluimen lijken enigszins op pruiken, wat de familie haar naam gegeven heeft. De vrucht is een kleine steenvrucht met een enkel zaadje.
In het verleden werden de soorten vaak ondergebracht in het geslacht Rhus. De soorten kunnen hiervan onderscheiden worden doordat de bladeren enkelvoudig zijn en niet geveerd en door de rookachtige indruk van de bloempluimen.
De pruikenboom (Cotinus coggygria) is uit dit geslacht een soort met verschillende cultivars.
Enkele cultivars van andere soorten zijn:
Cotinus is een geslacht uit de pruikenboomfamilie (Anacardiaceae). Het geslacht is nauw verwant aan het geslacht sumak (Rhus).
Het zijn grote, bladverliezende struiken of kleine bomen,die van nature voorkomen in de gematigde gebieden van het noordelijk halfrond. De verspreid staande bladeren hebben een ovale vorm van 3-13 cm lang.
De bloemen staan gegroepeerd in grote, open, eindstandige, 15-30 cm lange pluimen. De pluimen lijken enigszins op pruiken, wat de familie haar naam gegeven heeft. De vrucht is een kleine steenvrucht met een enkel zaadje.
In het verleden werden de soorten vaak ondergebracht in het geslacht Rhus. De soorten kunnen hiervan onderscheiden worden doordat de bladeren enkelvoudig zijn en niet geveerd en door de rookachtige indruk van de bloempluimen.
De pruikenboom (Cotinus coggygria) is uit dit geslacht een soort met verschillende cultivars.
Enkele cultivars van andere soorten zijn:
Cotinus dummeri 'Grace' Cotinus obovatus 'Flame', groene bladeren, geselecteerd op de (oranjerode) herfstkleur