De neteldieren (Cnidaria) vormen een stam van het dierenrijk. De stam omvat de schijfkwallen, de kubuskwallen, de hydroïdpoliepen en de bloemdieren. Neteldieren leven allemaal in het water, de meeste leven in zee, maar er zijn ook groepen die in zoet water leven. Vaak wordt in plaats van neteldier het woord holtedier (Coelenterata) gebruikt om deze stam der dieren aan te geven. Dit wordt echter ontraden, omdat de benaming holtedieren niet alleen voor de neteldieren wordt gebruikt, maar ook voor de ribkwallen en vroeger ook voor sponsdieren.
Neteldieren komen al lang op aarde voor, maar aangezien ze voor een groot gedeelte geen skelet maken, zijn de fossiele bewijzen van hun bestaan slechts beperkt tot de steenkoralen en enkele bij toeval goed bewaarde afdrukken van kwallen en kwalachtigen. Het vroegst bekende, complexe meercellige leven op Aarde, de Ediacara-fauna, dat dateert van 542-630 miljoen jaar geleden, bevat al duidelijke fossielen van neteldieren.
Het basisplan van de neteldieren is een zakje met maar één opening. Deze opening is een mond maar tevens de anus van het dier. Rond de opening zitten tentakels of vangarmen, waarin gespecialiseerde cellen zitten die harpoentjes uit kunnen schieten. Dit zijn de netelcellen, waaraan deze dieren hun naam te danken hebben. Het gif dat uit deze harpoentjes gescheiden wordt verlamt prooien, die daarna door de tentakels naar de "mond" gebracht worden. In tegenstelling tot bijvoorbeeld sponsdieren hebben neteldieren duidelijk verschillende organen: zo hebben zij een opperhuid, een maag en een eenvoudig zenuwstelsel.
De levenscyclus van het neteldier bevat in principe twee stadia: een poliepstadium en een kwalstadium. In het poliepstadium zit het dier meestal vast aan de ondergrond met mond en vangarmen naar boven. In het kwalstadium drijft het dier met de stroming in zee mee met vangarmen en mond naar beneden toe. Bij koralen en zeeanemonen zijn de poliepstadia het belangrijkst en is het kwalstadium het larvale stadium. Bij kwallen is dit andersom. Bij neteldieren komen zowel geslachtelijke als ongeslachtelijke voortplanting voor.
De Cnidaria worden onderverdeeld in enkele onderstammen en klassen[1][2][3][4]:
Koralen, kwallen en zeeanemonen behoren alle tot de stam Cnidaria.
De belangrijkste klasse voor de koraalriffen is de klasse der Anthozoa. Deze is verdeeld in twee onderklassen: de Hexacorallia (met de orde Zoantharia) en de Octocorallia (ook wel Alcyonaria genoemd). De voorvoegsels Hexa- en Octo- verwijzen naar het aantal poliepen dat het dier heeft: zes of een veelvoud van zes bij de Hexacorallia, acht bij de Octocorallia.
Zeeanemoon van de orde Actinaria (familie Stichodactylidae)
De neteldieren (Cnidaria) vormen een stam van het dierenrijk. De stam omvat de schijfkwallen, de kubuskwallen, de hydroïdpoliepen en de bloemdieren. Neteldieren leven allemaal in het water, de meeste leven in zee, maar er zijn ook groepen die in zoet water leven. Vaak wordt in plaats van neteldier het woord holtedier (Coelenterata) gebruikt om deze stam der dieren aan te geven. Dit wordt echter ontraden, omdat de benaming holtedieren niet alleen voor de neteldieren wordt gebruikt, maar ook voor de ribkwallen en vroeger ook voor sponsdieren.
Neteldieren komen al lang op aarde voor, maar aangezien ze voor een groot gedeelte geen skelet maken, zijn de fossiele bewijzen van hun bestaan slechts beperkt tot de steenkoralen en enkele bij toeval goed bewaarde afdrukken van kwallen en kwalachtigen. Het vroegst bekende, complexe meercellige leven op Aarde, de Ediacara-fauna, dat dateert van 542-630 miljoen jaar geleden, bevat al duidelijke fossielen van neteldieren.